De consulent, die ons komt voorbereiden op het krijgen van de eerste baby, zat vanmiddag aan tafel. Honderduit, veel details over de komende tijd te delen. De kraamzorg had haar gestuurd en we luisterden aandachtig. “Oké, dus het is slim om vijftien hydrofiele doeken te hebben, ter grootte van 70 x 70 cm.” Ik kende die dingen nog niet, maar als aanstaande vader moet ik er toch aan geloven. We lopen de enorme lijst langs. Wat is noodzakelijk? En wat niet?
“Vaseline in een tube is hygiënischer dan in een potje, waar iedereen aan zit.” Zo ratelt ze nog even door met alle informatie. Ik kijk ernaar uit dat de kleine er eenmaal is. Niet per se naar de bevalling, maar dat komt vast goed. Zeker als ik kijk hoeveel professionals hierbij betrokken zijn.
En toen viel mijn oog op een nieuwsbericht. Tussen de 60 mensen die opeengepakt zitten, lag een vrouw die net een kind had gebaard. Een migrantenboot, op weg naar een Canarisch eiland. Bizar. En levensgevaarlijk, lijkt me.
Dan de zin ‘Moeder en kind zijn met de helikopter naar een ziekenhuis gebracht. Ze maken het goed.’. De rest bleef achter. Wat een bizar verschil weer. Ook met al die hydrofiele doeken, zalfjes en luiers die in de komende tijd ons huis binnenkomen.
Ongelijk verdeeld. Totaal willekeurig ben ik enorm in het voordeel. Ik gun het mijn kleine van harte, daar wil je toch het beste voor! Voor mij wordt wel duidelijk: als je het goed hebt, heb je te delen. Of misschien niet alleen als je het goed hebt, maar altijd. Zoals op die boot ook ruimte is gemaakt voor deze vrouw, te midden van de onrust. Jij hebt, net als ik, te delen van wat je zelf gekregen hebt.
Lees hier het nieuwsbericht van NOS over dit verhaal. Ook de foto bij deze blogpost komt van de NOS.